Leesbril (Presbyopie)
Gedurende het leven neemt het accommodatievermogen (scherpstellen dichtbij) af. Rond het vijfenveertigste levensjaar zal bij een normaal ziend persoon de behoefte aan een leesbril zich doorgaans voordoen.
Deze ouderdomsverziendheid ontstaat door het afnemen van het vermogen tot scherpstellen dichtbij.
Dit heeft te maken met het stugger worden van de ooglens. Ouderdomsverziendheid wordt gecorrigeerd met een leesbril.
De behoefte aan een leesbril wordt doorgaans niet met de huidige refractieve chirurgie verholpen. Dat wil zeggen dat ook na een geslaagde correctie van de oogsterkte (bijziendheid, verziendheid, cilinderafwijking) met refractieve chirurgie men rond het vijfenveertigste levensjaar een leesbril nodig zal hebben.
Er zijn uitzonderingsgevallen, waarbij ėėn oog normaal ziend en het andere oog bijziend wordt gemaakt; de zogenaamde monovision techniek. In zo’n geval heeft men ėėnverkijk en ėėn leesoog. Niet iedereen is hier echter geschikt voor.